Foto: Pixy.org (CC BY NC ND 4 0)
Raad voor de Journalistiek: pro-abortus artikel behoeft geen wederhoor
Zwangere vrouwen zijn “voortdurend kop-van-jut” als ze een abortuscentrum willen bezoeken. Met die kop opende het Algemeen Dagblad vorig jaar een artikel, dat uitsluitend stemming bleek te maken tegen pro-life activisten bij abortuscentra.
Kongsi
Zonder enig wederhoor liet het Algemeen Dagblad het abortussyndicaat losgaan op de wakers bij abortuscentra. Op mensen dus die geheel belangeloos hun tijd en energie offeren voor het redden van ongeboren kinderen uit de klauwen van wie hen willen vermoorden. Zonder enige journalistieke ethiek, terughoudendheid of poging tot waarheidsvinding gaf de krant aan de belangenverstrengelde kongsi van feministes, op hoge omzetten beluste abortuscentra en ideologische organisaties als het Humanistisch Verbond alle vrijheid om hun zelfzuchtige beschuldigingen tegen pro-life demonstranten de wereld in te slingeren.
Insinuaties
Het gewraakte AD-artikel, van de hand van Edwin van der Aa, leek in zijn manifeste eenzijdigheid een schoolvoorbeeld om voor te leggen aan de Raad voor de Journalistiek. Het artikel is puur a charge, en toont geen enkele lust tot onderzoek, alleen maar tot aanvallen en belasteren. Het rijgt de insinuaties aan elkaar. Het woord “intimidatie”, zogenaamd door “opdringerige demonstraten” dan wel een “hardnekkig groepje”, keert steeds weer terug, maar altijd zonder onderbouwing. De suggestie dat deze “intimidatie” “doorgaat” of zelf “toeneemt” wordt er duimendik bovenop gelegd, zonder daarvoor ook maar een begin van bewijs te leveren.
‘Humanistisch’?
Zijn de beweringen en bewoordingen van het artikel zelf al tendentieus, het laat ook nog eens uitsluitend vertegenwoordigers van het abortussyndicaat aan het woord, zonder enig tegengeluid. Bijvoorbeeld de directeuren van de abortuscentra in Rotterdam en Roermond, van de abortuskliniek Utrecht en van het immer abortus-promotende Humanistisch Verbond (wat is er eigenlijk zo ‘humanistisch’ aan het doden van ongeboren kinderen?) en, last but not least, oud-minister Lilianne Ploumen, inmiddels fractieleidster PvdA. Al deze mensen hebben uiteenlopende ideologische en materiële belangen om pro-life demonstranten te diaboliseren.
Onwil
De advocaat van Stirezo heeft het AD-artikel daarom voorgelegd aan de Raad voor de Journalistiek. Het oordeel van de Raad? “Niet is gebleken dat een vertekend beeld of onzorgvuldige weergave van de kwestie is gegeven, waardoor sprake is van niet-waarheidsgetrouwe, eenzijdige en/of tendentieuze berichtgeving.” Het “niet is gebleken” is een geliefde juridische formulering waarachter men handig zijn onwil om tot een veroordeling te komen kan verschuilen. Want wat “niet is gebleken”, kan wel het geval zijn. Zelfs, zoals hier, heel duidelijk het geval zijn.
Norm
De raad gaat verder: “Uit het artikel blijkt dat niet alleen (vertegenwoordigers van) abortusklinieken zijn geraadpleegd.” Nee, dat klopt. Zo is ook de mening gevraagd van Lilianne Ploumen, die als minister het initiatief nam tot de het internationale abortussubsidiëringsinitiatief SheDecides. Als er één partijganger voor abortus in Nederland rondloopt, dan is zij het wel. Ploumen is er zelfs voor bekroond met de Machiavelliprijs. Het AD laat dus uitsluitend aanklagers aan het woord, de beklaagden krijgen geen enkel weerwoord. Vindt u dat vreemd? Dan heeft de Raad voor de Journalistiek nieuws voor u.
‘Zorgvuldig’
Wederhoor is helemaal niet nodig, schrijft de Raad namelijk in zijn oordeel: er bestaat “geen journalistieke norm die meebrengt dat een redactie bij een publicatie over een bepaald onderwerp (alle) voor- en tegenstanders aan het woord dient te laten.” U leest het goed: de Raad voor de Journalistiek legitimeert eenzijdige publicaties zonder wederhoor. Wederhoor is géén journalistieke norm. Deze bewering maakt dan ook de weg vrij voor de Raad om onder voorzitterschap van staatsraad mr. Jacques van Eck de gewraakte publicatie van het AD als “zorgvuldig” te bestempelen.
‘Chilling effect’
Naar de mening van Stirezo diskwalificeert de Raad voor de Journalistiek zich met deze uitspraak. Stirezo staat in zijn onvrede niet alleen. Steeds meer organisaties nemen dit ‘onafhankelijke’ zelfreguleringsorgaan voor journalisten niet meer serieus. Onlangs zegde nog BNNVARA de erkenning op. Overigens liet de Raad voor de Journalistiek het bij zijn uitspraak het niet bij een afwijzing van de klacht, het gaf Stirezo ook nog een trap na. De Raad insinueerde, notabene in het oordeel zelf, dat Stirezo om andere redenen geklaagd zou hebben dan om de zaak zelf. Het eindoordeel wordt namelijk ingeleid met de opmerking “dat het klachtrecht geen middel mag zijn om “nog eens” de eigen opvattingen over een maatschappelijk onderwerp voor het voetlicht te brengen en/of te voorkomen – door een mogelijk “chilling effect” van de klachtprocedure – dat (andere) media in de toekomst aan een klager onwelgevallige opvatting aandacht besteden.” Na deze wel heel partijdig en vooringenomen overkomende inleiding komt de afwijzing van de klacht nauwelijks nog als een verrassing.
Uitglijder
Het is ten slotte welhaast morbide van de Raad voor de Journalistiek om in dit verband van een “chilling effect” te spreken. Abortus is immers een zaak van leven en dood. Het gaat om het doden van levende, zij het nog ongeboren kinderen. Abortus is dus het enige echte en definitieve “chilling effect”, niet het aan de kaak stellen daarvan. Bovendien: de suggestie van de Raad dat het onzorgvuldige pro-abortusjournalistiek liever niet wil veroordelen, omdat journalisten anders mogelijk bang worden zich een klacht van Stirezo op de hals te halen, is vlijend voor Stirezo, maar zo ver verwijderd van de ‘cultuur van de dood’ die in de huidige maatschappelijke werkelijkheid op zoveel fronten triomfeert (niet alleen abortus, denk ook aan (kinder)euthanasie en de ‘voltooid leven’-discussie), dat deze uitglijder van de Raad alleen maar als een extra bevestiging kan worden uitgelegd van de partijdigheid die hij in zijn oordeel toch al zo duidelijk tot uiting laat komen.
Laatst bijgewerkt: 8 april 2021 22:24