'Euthanasie lijkt barmhartig, maar is samenspannen met het kwaad'
Geconfronteerd worden met psychisch lijden, is voor iedereen moeilijk te verdragen. Allereerst voor de patiënt zelf, maar zeker ook voor zijn geliefden en voor de behandelaars. Euthanasie lijkt dan al snel de ‘barmhartige’ oplossing, of wordt zelfs als zodanig aangeboden, ondanks het feit dat het christendom een dergelijke ingreep – welke goede bedoelingen men er ook mee voorheeft - als een zware zonde verbiedt.
Waarom wil iemand dood?
Wat in de discussie bovendien snel ondersneeuwt, is de juiste analyse van een dergelijke doodswens. Prof. Frank Koerselman, em. hoogleraar psychiatrie, zegt hierover enkele opmerkelijke dingen in gesprek met Zorg, het ledenmagazine van de Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV). “Koerselman ziet met lede ogen aan dat euthanasie vanwege psychisch lijden toeneemt”, schrijft Zorg, “en dat deze stervensvorm in de media steeds vaker als iets barmhartigs gepresenteerd wordt.”
De doodswens bestrijden
Iemand de dood voorhouden om hem uit zijn psychisch lijden te verlossen is lang niet zo empathisch als het lijkt, zegt Koerselman. “Het is juist belangrijk te beseffen dat mensen die psychisch lijden en een doodswens hebben door hun ziekte in een (zelf)destructief traject zijn gekomen. Soms is dit veroorzaakt door traumatische ervaringen in hun jeugd, soms door langdurige miskenning en soms vanwege een onvermogen om met beladen situaties om te gaan. Iemand is als het ware in de macht van iets kwaads. Voor een psychiater is het belangrijk om geen bondgenoot te worden van dat kwade. Je moet juist tegenwicht bieden tegen dat destructieve en zeggen: ‘wij gaan samen het kwaad in jou bestrijden.’”
De dood als verleiding
De doodswens zelf komt dus voor genezing in aanmerking. Koerselmans kritiek doet denken aan die van een buitenlands criticus van de Nederlandse euthanasiepraktijk, de Amerikaanse psychiater dr. Herbert Hendin (1926-2019), schrijver van het boek Seduced by Death (in het Nederlands uitgebracht als De dood als verleider). Hij hekelde decennia geleden al het volgens hem “blinde vertrouwen” dat Nederlanders in artsen en rechters stellen. Volgens hem heeft de Hoge Raad ons land op het pad van euthanasie gezet, en lijdt Nederland nu aan de ijdelheid van een klein land dat zich verbeeldt een voortrekkersrol te hebben en daarom niet meer te stoppen is.
Euthanasiewens als uiting van depressie
Zo is de waarde van het leven in Nederland afhankelijk geworden van de beoordeling door ‘experts’ enerzijds, en de subjectieve beoordeling van de patiënt anderzijds, die zich per definitie in lichamelijke of psychische nood bevindt. Volgens Hendin, en daarin stemt hij met Koerselman overeen, wordt een wens tot euthanasie in Nederland niet meer herkend voor wat het is: de uiting van een depressie. Er is een cultuur van de dood ontstaan. Een cultuur van het leven, zoals die de Westerse cultuur en de medische ethiek altijd heeft gekenmerkt, zet het behoud van het menselijk leven echter te allen tijde voorop.
Psychiater is niet tot doden bevoegd
Naast zijn principiële kritiek op de uitdijende euthanasiekritiek, wijst Koerselman op de onvoorspelbaarheid van schijnbaar onbehandelbare aandoeningen. “Ik heb vaak meegemaakt dat behandelingen een tweede of derde maal wel werkten.” Met euthanasie geef je de patiënt mogelijk voortijdig op. “Als je meent het leven van iemand af te mogen nemen, eigen je je als psychiater een bevoegdheid toe die je simpelweg niet hebt”, aldus Koerselman. “Ik vind dat levensgevaarlijk én arrogant. Euthanasie lijkt dan een goede daad terwijl het niets anders is dan het beëindigen van het leven van een waardevol persoon. Dat is iets waar je als psychiaters niet aan mee moet werken.”
Laatst bijgewerkt: 8 augustus 2024 13:39