Hoge Raad legt de lat voor euthanasie opnieuw lager
De Hoge Raad heeft de euthanasie op een tegenstribbelende demente vrouw goedgekeurd. Dit ondanks eerdere uitspraken van de regionale toetsingscommissie en het medisch tuchtcollege, die de euthanasie van de oude dame als onzorgvuldig beoordeelden. De zaak trok wereldwijde aandacht en versterkte het imago van Nederland als land van vrije euthanasie.
Zwaar dement
De Hoge Raad legt echter alle nadruk bij het feit dat de dame ooit een wilsverklaring voor euthanasie had ingevuld, zij het dat ze daarin het juiste moment nadrukkelijk voor andere bepaling open liet. Zelfs het feit dat ze op het moment van euthanasie ogenschijnlijk niet meer wilde, verandert niets aan het bestaan van de wilsverklaring, vind de Hoge Raad. Dat de euthanasiewet niet ontworpen is met het oog op zwaar demente mensen ook niet. Dat de euthanasiearts haar werk doorzette, zelfs toen er familieleden aan te pas moesten komen om de dame in bedwang te houden evenmin. Achteraf zou de euthanasiearts verklaren dat zij “het gevoel” had dat haar patiënte ondanks haar verzet “eigenlijk” dood wilde.
Lees ook: Heftig: Vrouw wil niet dood, wordt onder dwang geëuthanaseerd
Euthanasiasme
De uitspraak van de Hoge Raad in deze twijfels oproepende zaak – en die overigens daarmee de ‘conclusie’, d.w.z. het advies van procureur-generaal Silvis volgt – past in een decennialange traditie van euthanasiastisch activisme door het hoogste rechtscollege. Toenmalig vice-president Huib Drion propageerde als privé-persoon zelfs de befaamde ‘pil van Drion’: een pil voor euthanasie op jezelf, ofwel een ‘zelfmoordpil’. Maar het euthanasiasme van de Hoge Raad is ook meer structureel.
Sturende rol
In 1997 baarde bestuurskundige Bernard Steunenberg opzien door in het prestigieuze tijdschrift British Journal of Political Science een artikel te publiceren waarin hij het politiek activisme van de Hoge Raad inzake euthanasie analyseerde. Je zou kunnen zeggen dat de D66-oriëntatie van de Hoge Raad inzake medisch-ethische onderwerpen sinds 1997 wetenschappelijk is aangetoond. Het activisme van de Hoge Raad was mogelijk geworden, aldus Steunenberg, door een patstelling tussen het CDA en zijn wisselende coalitiepartners. Intussen zag de Hoge Raad zijn kans schoon om door het opbouwen van jurisprudentie een sturende rol te spelen. Het “startschot” van dat proces werd geleverd doordat de Hoge Raad in 1984 opeens gekozen had voor een nieuwe interpretatie van de wet.
Domweg inhoudelijk
“De verandering in interpretatie was onthutsend”, zou Steunenberg later toelichten. “Het was een moeilijke zaak. maar de Raad heeft zich niet op de vlakte gehouden. Hij heeft niet gezegd: 'Hier doen we geen uitspraak over, maar we vinden dat er elementaire rechtsprincipes met voeten getreden zijn.' Dat zou een veilige interpretatie in de lijn van de bestaande wet geweest zijn. Nee, men heeft uitgemaakt dat wie euthanasie pleegt, daar geen straf voor opgelegd hoeft te krijgen. Daar kun je kort over zijn: in het Wetboek van Strafrecht staat dat euthanasie niet kan. Doe je het toch, dan dien je gestraft te worden. De Hoge Raad heeft hier domweg een inhoudelijke keuze gemaakt."
Volstrekt weerloze mensen
SGP-leider Kees van der Staaij noemt de jongste uitspraak van de Hoge Raad "huiveringwekkend". De Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV) spreekt van “bijzonder ongelukkig en vergaand”. Diederik van Dijk, directeur NPV, constateert “met zorg” dat de Hoge Raad hier opnieuw “een fundamentele wissel” omzet: “Het gaat hier om het doden van volstrekt weerloze mensen die zelfs niet het benul hebben dát ze worden gedood. Aan een eventueel afwerende reactie van de patiënt hoeft volgens de hoogste rechter geen betekenis te worden toegekend.”
Lees ook: Bizar: toetsing euthanasie wordt geleid door notoire euthanasielobbyist
‘Laatste opflikkering’
Van Dijk is ook bezorgd dat protesten van de patiënt tegen euthanasie met deze uitspraak kunnen worden afgedaan als ‘horend bij de ziekte’. De wilsverklaring van toen wordt leidend voor het besluit nú. Van Dijk: "In de onderhavige casus zegt de rechter dat aan de uitspraken en afwerende gebaren van de patiënt geen betekenis kon worden toegekend. Dat is een zeer vergaande en schokkende conclusie. Wie zal zeggen dat het verzet van de patiënt geen laatste opflikkering is om níet dood te willen?”
Speelruimte
De Hoge Raad tikt in zijn laatste uitspraak inzake euthanasie ook het medisch tuchtcollege nog op de vingers. Deze toezichthouder had de euthanasiearts namelijk voorgehouden dat schriftelijke wilsverklaringen volstrekt eenduidig dienen te zijn. De wet biedt de arts in beginsel geen ruimte om die te interpreteren: in geval van twijfel dus niet euthanaseren. De Hoge Raad denkt daar anders over: een euthanasiearts heeft die ruimte wel. En, zoals gezegd, de euthanasiearts in kwestie had nu eenmaal het sterke “gevoel” dat mevrouw echt dood wilde. En dus werd ze geëuthanaseerd. Ondanks haar tegenstribbelen.
Laatst bijgewerkt: 16 april 2021 14:31