Aan Amnesty International kleeft bloed: de 'mensenrechten'-organisatie komt op voor het vermoorden van ongeboren kinderen.
Amnesty International ondermijnt met abortusactivisme het mensenrecht op leven
Amnesty International gaat zaterdag demonstreren bij de Mars voor het Leven. Niet voor, maar tegen het ongeboren kind. Waarom spant de zelfbenoemde ‘mensenrechtenorganisatie’ zich in tegen het mensenrecht op leven?
'Heeft een ongeboren mens mensenrechten?'
In augustus van dit jaar schreef een medestander van Stirezo Pro Life de organisatie al aan. “Heeft een ongeboren mens volgens u dezelfde mensenrechten als een geboren mens?” vroeg de pro-lifer aan Amnesty. “Waar is uw mening op gebaseerd als ongeboren mensen geen mensenrechten hebben?” En: “Vindt u uw mening omtrent abortus niet in strijd met uw eigen doelstellingen?”
Abortus is geen moreel gecompliceerde kwestie
Amnesty antwoordt uitgebreid. “Het is heel begrijpelijk dat u het gevoel hebt dat het leven van een kind begint vóórdat het geboren wordt,” aldus Amnesty. “Het is een ontzettend lastige, morele kwestie.” De status van het ongeboren kind is echter helemaal niet lastig en evenmin een kwestie van gevoel. De kwestie is eenvoudig: is het ongeboren kind een menselijk wezen, ja of nee? Zo niet, dan kun je een kindje even makkelijk doden als een haantje in de kippenschuur. Zo ja, dan verdient het onze volledige bescherming.
Abortusverbod redt ongeboren kinderen
Amnesty beweert dat het illegaal houden van abortus vrouwen ervan weerhoudt “om medische hulp te zoeken als er complicaties zijn bij de procedure.” Deze argumentatielijn is geliefd bij abortuslobbyisten: het impliceert dat vrouwen toch wel abortus plegen en dat we het dan maar veilig moeten maken. Wetenschappelijk onderzoek toont echter aan dat het verbieden van abortus tot minder moedersterfte leidt en bovendien talloze ongeboren kinderen redt.
Lees ook: Breinaaldleugen doorgeprikt: vrije abortus veroorzaakt méér moedersterfte
Geen 'femicide' als meisje bij abortus gedood wordt
De pro-life vraagsteller kaart ook de kwestie van ‘femicide’ aan, een nieuw modewoord van de linkse beweging waar de abortuslobby toe behoort. “Is het niet dwaas om te spreken over femicide als ongeveer de helft van de geaborteerde mensen ook van het vrouwelijk geslacht is?” vraagt de pro-lifer. Amnesty antwoordt dat femicide betrekking heeft “op het motief van gendergerelateerd geweld tegen of discriminatie van vrouwen” en niet op alle sterfgevallen.
Abortus vanwege ongewenst geslacht
Vrouwendiscriminatie is echter een veelvoorkomend motief bij abortus. Volgens Amerikaans onderzoek zijn er tussen 1950 en 2017 wereldwijd minstens 23,1 miljoen meisjes gedood door “sekse-selectieve abortus”. Nederlandse verloskundigen zeggen dat zij maandelijks vrouwen in de praktijk krijgen die abortus willen omdat hun ongeboren kinderen het ongewenste geslacht hebben.
Lees ook: Abortus bij hazenlip: "De paniek staat in hun ogen"
Mensenrechtenverdrag beschermt ongeboren kind
“Het recht op leven heeft een genuanceerde plaats in de mensenrechten omdat dit recht voor zaken als abortus en euthanasie feitelijk geen duidelijke strekking vóór of tegen heeft,” stelt Amnesty. Dat is een onjuiste bewering. Het Verdrag inzake de Rechten van het Kind van 1989 stelt dat de minderjarige “zowel voor als na zijn geboorte” onze “bijzondere bescherming” verdient.
Amnesty is geen mensenrechtenorganisatie
De mensenrechtenverdragen spreken zich niet uit voor abortus. Vandaar de verwoede (en gelukkig tevergeefse) poging van de abortusngo’s om via D66 de Nederlandse regering voor hun lobbykarretje te spannen: de overheid zou zich moeten inspannen om abortus op te nemen in de mensenrechtenverdragen. Feit blijft dat Amnesty zich inzet voor een doel dat volgens de internationale verdragen géén mensenrecht is. Hoe geloofwaardig is dan de belofte van Amnesty aan donateurs dat de organisatie zich voluit inzet voor de mensenrechten?
Laatst bijgewerkt: 13 november 2025 10:14