Hoe abortus de christendemocratie corrumpeerde

Twee tegenspelers: Paus Johannes Paulus II die met zijn encycliek Evangelium Vitae (25 maart 1995) de heiligheid van het menselijk leven zou herbevestigen en premier Giulio Andreotti, hoofdverantwoordelijk voor de Italiaanse abortuswet van 1978. (foto: Flickr, CC BY-NC-SA 2.0)

Hoe abortus de christendemocratie corrumpeerde

THEMA'S:

Italië nam op 22 mei 1978 een nieuwe wet aan "voor de sociale bescherming van het moederschap en voor de vrijwillige onderbreking van de zwangerschap", maar die eigenlijk gewoon ‘abortuswet’ zou moeten heten. Wet 194, zoals die bekend staat, zette namelijk de deur wijd open voor het doden van ongeboren kinderen.

Abortus ‘afschuwelijke misdaad’

Het is thans wetenschappelijk bewezen dat de vereniging van mannelijke en vrouwelijke geslachtscellen een nieuw menselijk wezen voortbrengt, dat verschilt van vader en moeder, met een eigen, uniek en niet herhaalbaar genetisch erfgoed en derhalve met een heel levensproject. Het leven bestaat vanaf de conceptie en moet daarom worden beschermd. Het onderdrukken door abortus is misdadig, temeer daar het om een volkomen onschuldig wezen gaat. Het is een "afschuwelijke misdaad", zoals Johannes Paulus II het omschreef en daaraan toevoegde dat het "een zonde is die in de ogen van God om wraak schreeuwt".

STI WhatsApp-banner

Katholieken en de wet 194

Hoewel er weinig toe te voegen valt aan wet 194 zelf, is er veel om na te denken over de gewetensplicht die een dergelijke situatie oplegt aan katholieken. Er zijn omstandigheden waarin onverschilligheid een ernstige zonde van nalatigheid inhoudt. De controverse over abortus is een typisch voorbeeld. Wanneer het recht op leven van de ongeborene, het fundament van alle andere rechten waarop onze beschaving is gegrondvest, wordt ontkend, wordt ons geloof geraakt in iets zeer innigs, namelijk de wetenschap dat het leven, en daarmee alle goeds dat wij genieten, van God komt. En dit kan een katholiek in eer en geweten niet accepteren.

Weiger te stemmen op abortuspolitici

Uit het besef dat er een aanslag wordt gepleegd op onschuldig leven, als onderdeel van een bredere aanslag op de wortels van onze beschaving, vloeit een onontkoombare plicht voort om deze wortels te verdedigen tegen verderfelijke tendensen. Het is duidelijk dat we ons niet allemaal voltijds kunnen inzetten voor de strijd om het leven. Maar wij kunnen het verdedigen in onze omgeving, bijvoorbeeld door de verspreiding van de verschillende pauselijke documenten over dit onderwerp. Wij kunnen, voor zover dat binnen onze mogelijkheden ligt, samenwerken met vele waardevolle pro-life initiatieven. We kunnen ten slotte weigeren te stemmen op diegenen die de kant kiezen van politieke krachten die abortus aanvaarden.

Lees ook: Pro-abortus feministe: “Abortus is moord”

De verantwoordelijkheid van politici

Deze morele plicht bereikt zijn hoogtepunt wanneer hij weegt op het geweten van mannen die, in het openbare leven, de weegschaal naar de ene of de andere kant kunnen doen doorslaan. Het gaat hier duidelijk om politici, tot wie zowel Johannes Paulus II als Benedictus XVI herhaaldelijk oproepen hebben gedaan om "zich bewust te zijn van hun grote verantwoordelijkheid (om) fundamentele waarden zoals de eerbiediging en de verdediging van het menselijk leven te handhaven".

Dioxinewolk Seveso

Net als de Nederlandse abortuswet die ondertekend werd door christendemocraten, werd wet 194 ondertekend door uitsluitend nominaal-katholieke politici. Terwijl in andere landen abortus vooral het werk was van links, werd het in Italië mogelijk door christen-democraten. "Een eerste teken van het verraad van het Kruisvaardersschild*", schrijft Mario Palmaro, "had zich al voorgedaan op 26 februari 1976, toen de DC-groep (de Italiaanse christendemocratische partij – red.) in de Kamer van Afgevaardigden samen met de PCI, de communistische partij, tegen de uitzondering van ongrondwettigheid op de abortuswet stemde. In de zomer van 1976 was het wederom een christen-democratische regering (het Andreotti Terzo) die eugenetische abortussen toestond voor vrouwen die waren getroffen door de giftige dioxinewolk in Seveso, bij Milaan".

*Het logo van DC, de Italiaanse christendemocratische partij, is een kruisvaardersschild met daarop het woord 'vrijheid' (red.)

Voorzitterschap belangrijker dan ongeboren kind

Tijdens het debat in het Parlement, waar een anti-abortus meerderheid bestond, weigerde de DC hardnekkig de stemmen van de nationaal conservatieve MSI en wees zelfs elke vorm van obstructiepolitiek af. Bij de stemming op 21 januari 1977 werd de wet aangenomen met 310 stemmen voor en 296 tegen. De toenmalige minister-president Giulio Andreotti schreef die dag in zijn dagboek. "Ik heb mezelf voor het probleem gesteld deze wet mede te ondertekenen (...) Maar als ik zou weigeren, zouden we niet alleen een crisis openen net nadat we nog maar nauwelijks begonnen waren met het dichten van de lekken, maar (...) de DC zou ook het voorzitterschap verliezen en dat zou echt ernstiger zijn".

Bestel Catechismus tegen abortus

Christendemocratie nam morele verantwoordelijkheid

Met andere woorden, het verlies van het voorzitterschap van een regering werd ernstiger geacht dan de morele verantwoordelijkheid voor het ondertekenen van een wet die, door het doodvonnis uit te spreken over onschuldigen, de goddelijke wet ernstig met voeten trad. Toen de wet op 22 mei 1978 in het Staatsblad werd gepubliceerd, was hij ondertekend door vijf politici uit DC, te beginnen met Andreotti zelf. Het staatshoofd, ook een christen-democraat, president Giovanni Leone, had wet 194 kunnen terugsturen naar het parlement op verdenking van ongrondwettigheid. In plaats daarvan ondertekende hij die al na vier dagen. Later ging de regering Andreotti zo ver dat zij officieel de verantwoordelijkheid op zich nam voor de verdediging van de abortuswet voor het Grondwettelijk Hof, waar de uitzondering aan de orde was gesteld.

De '194 goed maar...' val

Het afzwakken van de DC is slechts een symptoom van de corrosie die grote delen van de katholieke wereld treft die, onder de vlag van stromingen en ideeën die in de jaren zestig explodeerden, tegen die tijd de vechtlust hadden verloren die in 1948 de klinkende overwinning op het communisme mogelijk hadden gemaakt. Deze corrosie is zodanig verergerd dat we vandaag, dertig jaar later, zien dat veel katholieken de 194 zelfs steunen. Volgens hen zou de 194 ook positieve aspecten bevatten die echter nooit zijn uitgevoerd. Met andere woorden, het zou best een goede wet zijn, die echter slecht wordt toegepast. We zouden volgens hen, in plaats van op te roepen tot de afschaffing, moeten strijden voor de volledige tenuitvoerlegging ervan. Dit is een drogreden, die verworpen moet worden.

Zware straffen op abortus

Volgens de wettelijke voorschriften van vóór de 194 was abortus in Italië niet toegestaan, en werd die zelfs gesanctioneerd door de voorschriften van Titel X van Boek II van het Wetboek van Strafrecht, die voorzagen in gevangenisstraffen van twee tot vijf jaar voor eenieder die abortus liet plegen bij een vrouw die daarmee instemde. In het geval van een vrouw die daarin niet toestemt, stijgt de straf van zeven naar vijftien jaar. In het licht van artikel 54 van hetzelfde wetboek werden echter bepaalde uitzonderingen overwogen, zoals "het redden van het leven van de zwangere vrouw".

Minister, stop de Nederlandse financiering van buitenlandse abortus!

Intrinsieke slechtheid abortuswet

De 194 maakt korte metten met deze juridische opvatting en beschouwt abortus als een rechtshandeling op zich, behoudens enkele beperkingen. In 194 wordt het binnenbaarmoederlijke leven op volstrekt willekeurige wijze in drie perioden onderverdeeld, waarbij voor elk van deze perioden verschillende regels worden vastgesteld en de risico's voor de gezondheid van de vrouw als enig referentiecriterium worden gehanteerd, zonder dat ook maar met één woord wordt gerept over de rechten van het ongeboren kind, waarvan aldus de status van persoon wordt ontkend. Hier ligt de intrinsieke slechtheid van deze wet.

‘Minste kwaad’ wordt schaamlapje

Volgens de katholieke moraal is het bij de onmogelijkheid het volmaakte goed te verkrijgen geoorloofd een minder slecht kwaad te kiezen, mits - en hier ligt de fundamentele nuance - duidelijk wordt aangegeven dat het gaat om een onvolmaakte keuze in afwachting van betere tijden. Toegepast op de zaak zou het dus moreel geoorloofd zijn te zeggen: "Laten wij als eerste stap ook de 194 verbeteren en goed toepassen, met dien verstande dat wij als katholieken streven naar de afschaffing ervan en ervoor zullen strijden". Het is deze laatste verklaring - essentieel voor de moraliteit van de daad - die ontbreekt bij veel "gematigde" of "volwassen" katholieken. En zo wordt de keuze immoreel: men kan de 194 niet absoluut als goed aanvaarden.

Betere tijden op komst?

Bestaat in Italië het klimaat voor een beslissend verzet tegen de 194? Alles wijst erop dat de tijden veranderen. Van de sterke inzet van Johannes Paulus II en Benedictus XVI voor het leven, tot het goede nieuws dat ons bereikt uit de Verenigde Staten, waar de voorstanders van het leven zich opdringen, tot de duidelijke bewustwording van de katholieke wereld in Europa, die blijkt uit de Familiedagen in Rome en Madrid, wordt de reactie ter verdediging van het leven steeds sterker. Zal de nieuwe politieke klasse die onlangs aan de macht is gekomen dit herhalen? Of zal zij blijven toegeven aan de minderheids- maar goed georganiseerde abortuslobby? Dit is een cruciale vraag voor de onlangs geïnaugureerde wetgevende macht, het nieuwe parlement.

Dit artikel verscheen eerder als A trent’anni dalla 194, il dovere di coscienza op www.atfp.it.

Laatst bijgewerkt: 13 juni 2022 06:44

Doneer