De Wet afbreking zwangerschap, die onder bepaalde omstandigheden abortus toelaat, is opmerkelijk vaag over wat het menselijk embryo nu precies is.
De abortuswet loochent wat je met het blote oog ziet: een embryo is een mens
Kijk naar een menselijk embryo en het is je gelijk duidelijk dat we hier te maken hebben met een mens, constateert bioloog dr. Jan A. Schulp. Waarom is de abortuswet dan zo onduidelijk over de status van het ongeboren kind?
Steeds meer politieke ontwikkeling rond abortus
De afgelopen weken schoot mij een wetsartikel te binnen dat in eerdere discussies over abortus wel eens was opgedoken – was het in de jaren ’70? De jaren ’90? Ik herinner het mij niet meer. Ik had nooit de moeite genomen om de precieze tekst op te zoeken – dat was toen ook minder makkelijk dan nu en er was voor mij ook geen persoonlijk belang mee gemoeid. Intussen spelen er rond het thema abortus steeds meer politieke ontwikkelingen die afkeer en verbazing veroorzaken. De recente actie van Stirezo brengt, ook bij mij, deze ontwikkelingen op indringende wijze onder de aandacht, en in die context herinnerde ik mij het wetsartikel uit vroegere politieke discussies.
Burgerlijk Wetboek
Een korte zoekactie leverde al gauw het door mij bedoelde wetsartikel op. Het gaat om Burgerlijk Wetboek, Boek 1: Personen- en Familierecht. Onder Titel 1: Algemene Bepalingen vinden we Artikel 2: Het kind waarvan een vrouw zwanger is wordt als reeds geboren aangemerkt, zo dikwijls als zijn belang dit vordert. Komt het dood ter wereld, dan wordt het geacht nooit te hebben bestaan.
Belang van ongeboren kind meewegen
Het is voorstelbaar dat dit artikel bijvoorbeeld toegepast kan worden bij de afwikkeling van een erfenis. Het ongeboren kind van een zeer recent overleden erfgenaam zal, afhankelijk van de precieze bewoordingen van het testament, mogelijk als erfgenaam meegeteld moeten worden. En er zijn waarschijnlijk veel meer gevallen binnen het burgerlijk recht waarbij de belangen van het ongeboren kind meegewogen moeten worden, en waarbij het dus als reeds geboren wordt aangemerkt.
Abortus staat in het strafrecht
Dan verbaas ik mij erover dat er in andere wetboeken van de Nederlandse natie het grootste belang van een ongeboren kind, namelijk in leven te blijven, totaal veronachtzaamd wordt. Weliswaar valt abortus nog onder het strafrecht (artikel 296 Wetboek van Strafrecht) maar of de ongeboren kinderen daar iets mee opschieten is niet eens de vraag. Het is een zekerheid dat ze een abortus, ook als die volgens de Wet afbreking zwangerschap wordt uitgevoerd, niet overleven. Een veel slappere formulering dan dit artikel 296 is nauwelijks te vinden: dit artikel 296 bepaalt namelijk dat degene die een abortus uitvoert, strafbaar is, tenzij de abortus wordt uitgevoerd in een speciale kliniek of een ziekenhuis, onder de voorwaarden omschreven in een aparte wet, de Wet afbreking zwangerschap. Niets over de belangen van het ongeboren kind dus. En dan wil GroenLinks-PvdA ook nog dit laatste restje strafbaarheid opruimen.
Lees ook: Tien redenen waarom abortus kwaadaardig is
Welke beschermende werking voor het ongeboren kind?
Daar verzet dan toch de gezondheidsjurist prof. Martin Buijsen zich tegen: in een interview met het Nederlands Dagblad stelt hij: “Als de zwangerschapsafbreking plaatsvindt in een ziekenhuis of abortuskliniek, en er is aan de voorwaarden uit de abortuswet voldaan, dan is deze ook volgens het Wetboek van Strafrecht niet strafbaar. Van de vermelding in het Wetboek van Strafrecht gaat echter wél een zekere beschermende werking uit naar de vrouw en de ongeboren vrucht.” Dan vraag ik mij af welke beschermende werking voor de ongeboren vrucht hij eigenlijk bedoelt. De vrouw mag dan misschien ‘netjes geholpen’ zijn, beter dan bij een illegale aborteur, maar de ongeboren vrucht is toch echt hartstikke dood. Om met Van Gaal te spreken: ben ik nou zo slim of is Buijsen zo dom? Vooruit, Buijsen geeft tenminste nog toe dat door handhaving van artikel 296 zeer late abortussen, die in feite babymoorden zijn, nog vervolgd kunnen worden.
Verschillende mensbeelden in verschillende rechtsgebieden
Als ik probeer te bedenken waar deze discrepantie tussen burgerlijk recht enerzijds en het strafrecht en medisch recht anderzijds vandaan komt, dan is het enige dat ik kan bedenken dit: dat er in de verschillende rechtsgebieden een verschillend mensbeeld wordt gehanteerd. Voor het burgerlijk recht is het ongeboren kind, hoe vroeg het stadium van zijn ontwikkeling ook moge zijn, voluit menselijk. Voor het oorspronkelijke strafrecht, toen de toevoeging over de Wet afbreking zwangerschap er nog niet in opgenomen was, gold het ongeboren kind in feite eveneens als menselijk. Voor de Wet afbreking zwangerschap geldt het ongeboren kind als iets dat verwijderd moet worden, met minimale schade voor de vrouw wier zwangerschap wordt afgebroken. Het ongeboren kind wordt daarbij vaak voorgesteld als ‘weefsel dat verwijderd wordt; niets menselijks zit er aan’.
10-wekenpoppetje kwam hard aan bij Kamerleden
En dan kwam de actie van Stirezo bij het aantreden van de nieuwe Tweede Kamer hard aan. De Kamerleden ontvingen een voorlichtingspakket waarbij ook een plastic poppetje hoorde van een 10-weeks menselijk embryo, iets van 3 of 4 cm lang. Naast waardering oogstte deze actie bij veel Kamerleden, vooral van GL-PvdA, D66 en VVD een schuimbekkende razernij. Zij konden het waarschijnlijk niet verdragen dat zij met de menselijkheid van een 2,5 maand oud embryo geconfronteerd werden.
Menselijk embryo verschil heel duidelijk
Ik heb als beginnend biologieleraar begin jaren ’70 een vergelijkbare ervaring gehad. Mijn twee voorgangers hadden een verbluffende verzameling van biologische voorwerpen bijeengebracht, waaronder een aantal vroege embryo’s van varkens, schapen en runderen. Daarnaast beschikten we over een menselijk embryo van ongeveer 10 weken, dat echter door een miskraam zich niet verder had kunnen ontwikkelen. Het was duidelijk te zien waar dat aan lag: de reeds aangelegde hersenen werden niet netjes door de hoofdhuid omsloten maar puilden eruit. Maar als ik mijn leerlingen confronteerde met deze verschillende embryo’s, dan werd het voor hen zonneklaar dat het menselijk embryo duidelijk als mens te herkennen was, dat het duidelijk verschilde van een varken of een rund. Ze konden het zelf zien en ze hoefden het niet op de eerlijke blauwe ogen van hun zeergeleerde docent te geloven.
Juristen, werp licht!
Op juridisch gebied ben ik een leek. Zeer ontwikkeld, zeer hoog opgeleid, zeer goed geïnformeerd, maar een leek. Is er een jurist die vanuit zijn professionaliteit licht kan werpen op deze rare discrepanties binnen het geheel van Nederlandse wetten? Ik hoop het en wacht af.
Lees ook: Drie dodelijke dubbelzinnigheden van de abortuswet
Laatst bijgewerkt: 4 januari 2024 10:41