SGP-Kamerlid Diederik van Dijk spreekt de andere Kamerleden toe (beeld: schermopname YouTube).
Kamer neemt moties aan over stijgende abortuscijfers en afschaffing bedenktijd
De Tweede Kamer heeft deze week twee moties aangenomen die de stijging van het aantal abortussen en de gevolgen van de afschaffing van de verplichte bedenktijd onder de loep nemen. Dit is een belangrijke stap in de goede richting. Toch blijft fundamentele hervorming uit en blijft het ongeboren kind vogelvrij.
Kamermeerderheid maakt abortuscijfers bespreekbaar
De afgelopen jaren is het aantal abortussen in Nederland gestegen van 31.000 naar bijna 40.000 gedode kinderen per jaar. Dit is een zorgwekkende ontwikkeling, die tot voor kort nauwelijks werd besproken in de politiek. Nu heeft een Kamermeerderheid – bestaande uit PVV, NSC, BBB, CDA, FVD, SGP en ChristenUnie – een motie aangenomen die ervoor zorgt dat deze stijging expliciet wordt meegenomen in een vervroegde evaluatie van de Abortuswet.
Lees ook: AD-columniste noemt abortusstijging "iets positiefs"
Onderzoek naar bedenktermijn
Daarnaast is een SGP-motie aangenomen die onderzoekt in hoeverre de afschaffing van de verplichte bedenktijd heeft bijgedragen aan de stijging van het aantal abortussen. Dit is een logische vraag: de verplichte bedenktijd bood vrouwen de kans om terug te komen op hun besluit om hun kind te laten doden. Het ligt voor de hand dat het wegnemen van deze verplichting de drempel verlaagt tot het plegen van abortus.
Weerstand van de abortuslobby
Ondanks deze hoopvolle ontwikkelingen blijft de weerstand tegen elke vorm van controle op abortus groot. Een derde motie, die vroeg om het vastleggen en rapporteren van de reden voor elke abortus, haalde het niet. SGP, BBB, ChristenUnie en FVD stemden voor, maar kregen onvoldoende steun van andere partijen. Dit betekent dat er geen structureel inzicht komt in waarom vrouwen kiezen voor abortus. Het is belangrijk op te merken dat een dergelijk gebrek aan transparantie in de medische sector doorgaans niet wordt geaccepteerd, zeker niet als er subsidie mee gemoeid is.
Rutgers roert zijn staart
Pro-abortusorganisaties zoals Rutgers en Bureau Clara Wichmann reageerden fel op de aangenomen moties. Zij spreken van een "beperking van vrouwenrechten", terwijl de voorstellen enkel gericht zijn op het verkrijgen van meer inzicht en het voorkomen van een verdere stijging van het aantal abortussen. Bovendien is het geen ‘vrouwenrecht’. Het recht op het doden van ongeboren kinderen bestaat niet, zelfs niet in onze pro-abortuswet. Sterker nog, deze erkent de intrinsieke kwaadaardigheid ervan door het op te nemen in het Wetboek van Strafrecht.
Er moet meer gebeuren
Hoewel deze moties een eerste stap in de goede richting zijn, is er nog veel werk aan de winkel. De fundamentele discussie over de bescherming van het ongeboren kind blijft in de politiek grotendeels onbespreekbaar. Als het onderwerp al ter sprake komt, gaat het bijna alleen over de vrouw die haar kind moet kunnen doden en hoe moeilijk en zwaar de omstandigheden voor haar zouden zijn. Zolang dit niet verandert, en het te doden kind niet centraal staat, zal het doorvoeren van structurele hervormingen onmogelijk blijven.
Laatst bijgewerkt: 6 maart 2025 12:10